JAARSTUKKEN 2019

Inleiding

Financiële beschouwingen

Inleiding
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de financiële positie van onze gemeente na verwerking van de uitkomst van de jaarrekening 2019. Dit als een samenvatting van de ontwikkelingen in de exploitatie en de consequenties daarvan voor onze vermogenspositie. Achtereenvolgens gaan we in op:

  • het resultaat van de jaarrekening 2019;
  • mutaties reserves, overhevelingsvoorstellen en resultaatbestemming;
  • de ontwikkeling van de reserve sociaal domein;
  • de reserve weerstandsvermogen;
  • de ontwikkeling van de algemene reserve;
  • een toelichting van het resultaat, inclusief een toelichting op de verschillen;
  • een toelichting op de financiële positie: hoe staat de gemeente Buren er voor?

Resultaat jaarrekening 2019
Het resultaat van de jaarrekening is afgerond € 6.043.000 positief.

Hieronder worden de belangrijkste oorzaken (bedragen > € 1 miljoen) genoemd.

Omschrijving

Bedrag

1. Bedrijventerrein Doejenburg II
Het bedrijventerrein Doejenburg II is in 2019 weer volledig in exploitatie is genomen. Hierdoor is de voorziening van 10,1 miljoen vrijgevallen. Van deze vrijgevallen voorziening is afgerond € 3,1 miljoen weer direct ingezet voor het toegenomen verwachte verlies van dit bedrijventerrein. Dit levert per saldo een voordeel op van € 7 miljoen.
Deze aanpassing is in overleg met de accountant al in de jaarrekening 2019 doorgevoerd. Dit lijkt een enorm voordeel, maar van dit bedrag moeten we direct bij de bestemming van het resultaat weer € 5.668.000 storten in de reserve risico grexen.

7.000.000 V

2. Sociaal domein WMO/Jeugd
De kosten van het sociaal domein zijn € 1.265.000 hoger dan begroot. Verderop in de financiële beschouwingen wordt dit nadeel verder gespecificeerd.

1.265.000 N

3. Taakveld Bestuur.
De kosten van het taakveld Bestuur zijn € 1.020.000 hoger dan begroot.

1.020.000 N

4. Overhevelingsvoorstellen/resultaatbestemming
Op diverse taakvelden hebben we geld overgehouden, dat we willen meenemen naar 2020 (overhevelingsvoorstellen): € 434.000
Een gedeelte van het resultaat 2019 willen we bestemmen voor onvermijdelijke uitgaven in 2020: € 237.000

671.000 V

Saldo overige verschillen

657.000 V

Rekeningresultaat 2019

6.043.000 V

Mutaties reserves, overhevelingsvoorstellen en resultaatbestemming

Nieuw te vormen bestemmingsreserve risico grondexploitaties
In 2019 is € 10.100.000 vrijgevallen uit de voorziening Doejenburg II on hold. In 2019 is hiervan direct € 3.100.000 ingezet voor een hoger verwacht verlies voor Doejenburg II. Dit bedrag is al verwerkt in de jaarrekening 2019.
De komende jaren zien wij nog risico's voor de verdere uitgifte van Doejenburg II. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van de Corona-crisis. Als door deze crisis de verkoop van Doejenburg II stagneert en de kavels niet binnen 10 jaar worden verkocht dan moet een deel worden afgewaardeerd.
Dit risico wordt afgedekt door het vormen van de bestemmingsreserve risico grondexploitaties.
De berekende omvang van deze reserve is € 5.310.000. Als de uitgifte de komende jaren vlot loopt, kan deze bestemmingsreserve geleidelijk vrijvallen t.g.v. de algemene reserve.

Overhevelingsvoorstellen en resultaatbestemming
We stellen voor een budget van € 434.000 over te hevelen van 2019 naar 2020 en om € 237.000 van het resultaat te bestemmen om incidenteel in te zetten in 2020.
In de bijlagen bij de jaarrekening zijn deze bedragen gespecificeerd en toegelicht.

Hieronder is de resultaatbestemming in beeld gebracht:

Toelichting resultaatbestemming

Saldo jaarrekening

+ 6.043.000

Storting in bestemmingsreserve risico grondexploitatie (minimale omvang) *

- 5.315.000

Overhevelingsvoorstellen

- 434.000

Incidentele inzet gelden vanuit 2019 in 2020

- 237.000

Toevoeging aan algemene reserve

+ 57.000

Totaal

0

* In 2020 wordt nog € 750.000 onttrokken uit de bestemmingsreserve risico grondexploitatie. Deze onttrekking is in 2020 geraamd ten laste van de voorziening Doejenburg II. Omdat deze voorziening is opgeheven in 2019 wordt dit bedrag nu onttrokken uit deze nieuw gevormde reserve (€ 5.315.000 - € 750.000 = € 4.565.000)

Ontwikkeling Reserve Sociaal Domein
Hieronder is de ontwikkeling van de Reserve Sociaal Domein in beeld gebracht:

Ontwikkeling reserve deelfonds sociaal domein

Saldo Reserve Sociaal Domein per 31-12-2019   

+ 844.000

Onttrekking nadelig saldo 2019   

0

Geraamde toevoeging in 2020

+ 214.000

Geraamde onttrekking begroting 2020

- 329.000

Geraamde onttrekking begroting 2021

- 75.000

Overschot reserve sociaal domein

654.000

De toegenomen uitgaven op het sociaal domein voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet zijn niet in evenwicht met de rijksbijdrage. Gelet op de werkelijke kosten van de WMO en de Jeugdwet lijkt het ons niet reëel om een gedeelte van de extra kosten van het WMO ten laste van de reserve deelfonds sociaal domein te brengen. Als we daar geld uithalen, moeten we het later weer toevoegen, omdat we in 2022 en 2023 rekening houden met een extra bijdrage uit de algemene uitkering. Om dit mogelijk te maken moesten we een extra buffer opnemen van € 654.00

Naast de reserve deelfonds sociaal domein zit er op basis van de risico-inventarisatie in de Reserve Weerstandsvermogen € 440.000,- voor de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet.

De Reserve Weerstandsvermogen
Op basis van de risico-inventarisatie berekend bij deze jaarrekening is het benodigde weerstandsvermogen € 3.410.000 (exclusief sociaal domein). Dit stemt overeen met het beschikbare saldo in 2020.

Ontwikkeling Algemene Reserve

Stand Algemene Reserve per 31-12-2019

1.881.000

Geraamde onttrekkingen in begroting 2020 en later

- 1.774.000

Geraamde toevoegingen begroting 2020 en later

1.401.000

- 373.000

Subtotaal Algemene Reserve voor financiële effecten jaarrekening 2019

1.508.000

Saldo jaarrekening 2019 voor bestemming

 + 6.043.000

Storten reserve risico bouwgrondcomplexen

- 5.315.000

Overhevelingsvoorstellen

- 434.000

Voorstellen resultaatbestemming

- 237.000

Afname Algemene Reserve bij de jaarrekening 2019

+ 57.000

Batig saldo algemene reserve na verwerking jaarrekening 2019

+1.565.000

Toelichting resultaat op hoofdlijnen

Batig saldo jaarrekening

6.043.000

Specificatie saldo jaarrekening  per taakveld (TV). Afwijking > € 100.000:

Batig saldo TV Fysieke bedrijfsinfrastructuur

+ 7.074.000

Nadelig saldo TV sociaal domein WMO/Jeugd

- 1.264.000

Nadelig saldo TV Bestuur

- 1.020.000

Nadelig saldo TV Treasury

- 217.000

Batig saldo TV Participatiewet

+ 194.000

Batig saldo TV Sportaccommodaties   

+ 232.000

Batig saldo TV Overhead

+ 186.000

Batig saldo TV Algemene uitkering

+ 166.000

Batig saldo TV Ruimtelijke ordening

 + 130.000

batig saldo TV Reserves

+ 120.000

Saldo overige taakvelden met saldo < € 100.000

+ 442.000

Specificatie op hoofdlijnen per taakveld

6.043.000

Hieronder vindt u de analyse voor het Sociaal Domein en het taakveld Bestuur. Voor de overige verschillen wordt verwezen naar de analyse bij de taakvelden.

Resultaat sociaal domein taakvelden Jeugd/WMO:

Taakveld Samenkracht en burgerparticipatie

- 147.000

Taakveld Wijkteams

+ 187.000

Taakveld Maatwerkvoorzieningen (WMO)

- 44.000

Taakveld Maatwerkdienstverlening 18+

- 604.000

Taakveld Maatwerkdienstverlening 18-

- 592.000

Taakveld Geëscaleerde zorg 18+

+ 43.000

Taakveld Geëscaleerde zorg 18-

-108.000

Totaal sociaal domein WMO/Jeugd

- 1.265.000

Het bovenstaande levert een negatief saldo op voor 2019 van € 1.265.000.

Resultaat taakveld Bestuur:
Pensioenen wethouders
Jaarlijks wordt aan het eind van het jaar een berekening gemaakt van het bedrag dat in de voorziening pensioenen wethouders moet zitten. Dit bedrag moet toereikend zijn om in de toekomst de pensioenen van de wethouders te kunnen betalen. Uit deze berekening blijkt dat er in 2019 een behoorlijke extra storting nodig € 494.000 nodig is.
Deze extra storting wordt veroorzaakt door de volgende 3 oorzaken:

  1. Aanpassing van de rekenrente, waardoor de pensioenpot minder snel groeit. Dit is de hoofdoorzaak van de extra storting.
  2. Toepassing van een nieuwe sterftetabel, waaruit blijkt dat we wat ouder worden.
  3. Wijzigen van de AOW-leeftijden bij de meeste wethouders.

Wachtgeldverplichtingen wethouders
In 2019 is het college gevallen. De vertrokken wethouders hebben recht op wachtgeld. Conform onze voorschriften (BBV) zijn we verplicht om in 2019 al een voorziening te vormen voor het totaalbedrag van de verplichting. Dus ook voor de lasten in 2020 en later. De totale verplichting van € 508.000 is in 2019 gestort in een voorziening

Overige kleine afwijkingen € 18.000
Deze kleine afwijkingen worden hier verder niet toegelicht.

Structurele effecten jaarrekening 2019
In de jaarrekening 2019 zitten geen structurele effecten die doorwerken in de meerjarenbegroting 2020-2023.

Hieronder is per Programma in een beknopt overzicht de totalen in beeld gebracht. Onder de verschillenanalyse baten en lasten is een uitgebreidere analyse opgenomen.

Omschrijving

Voordeel

Nadeel

Programma Inwonerszaken

- 988.000

Programma Ruimte

7.782.000

Programma Bedrijfsvoering

751.000

Totaal

6.043.000

Toelichting financiële positie
De vermogenspositie laat, na resultaatbestemming, het volgende beeld zien:

01-01-2019

31-12-2019

Eigen vermogen

12.367.000

16.303.000

Vreemd vermogen

32.594.000

32.447.000

Totaal

44.961.000

48.570.000

Solvabiliteit

28%

33%

De solvabiliteit van de gemeente Buren is met 5% gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging wordt veroorzaakt door de administratieve correctie van bedrijventerrein Doejenburg II. Omdat dit complex weer helemaal in exploitatie is genomen is het afgedekte risico van een voorziening overgeboekt naar een risicoreserve.

In de paragraaf Weerstandsvermogen & risicobeheersing vindt u meer informatie over de  financiële kengetallen van de gemeente Buren.

ga terug