JAARSTUKKEN 2019

Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. In die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.
Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2004 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.

Waardering gemeentehuis.
Taxatie 2015
In 2015 is de boekwaarde van het gemeentehuis verlaagd van afgerond € 8 miljoen naar € 4 miljoen. Dit is gerealiseerd door € 4 miljoen vanuit de bestede bestemmingsreserve gemeentehuis te storten in een voorziening afwaardering gemeentehuis. Deze voorziening is een correctie op de boekwaarde van het gemeentehuis. In juni 2015 heeft de raad besloten om het bestemmingsplan van het gebied waarop gemeentehuis staat te wijzigen. Vervolgens heeft de raad op 9 november 2015 bij de behandeling van de begroting 2016 besloten om de functie van het gemeentehuis te wijzigen van maatschappelijk naar bedrijfseconomisch, met als beoogd doel om delen van het gemeentehuis te gaan verhuren.
Volgens artikel 59 lid 2 BBV wordt het gemeentehuis door het besluit van de Raad en de wijziging van het bestemmingsplan nu aangemerkt als materiële vaste activa met een economische functie, want het gemeentehuis kan nu bijdragen aan het genereren van middelen. Hierdoor is er sprake van een duurzame waardevermindering.
Taxatie 2019
Eind 2019 is het gemeentehuis opnieuw getaxeerd. De taxatiewaarde is met bijna € 700.000,- toegenomen ten opzichte van de taxatie in 2015. De huidige wijze van verwerken via een voorziening, staat conform de BBV toe om naar aanleiding van een nieuwe taxatie een correctie op de voorziening toe te passen.
De taxatie 2019 is echter van voor de Corona-crisis. De vraag is of de taxatie nog een juist beeld geeft van de werkelijke waarde. Voorzichtigheidshalve is in de jaarrekening 2019 de omvang van de voorziening niet gecorrigeerd.
Als de effecten van de Corona-crisis duidelijk zijn wordt het gemeentehuis opnieuw getaxeerd.

Investeringen, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Voor investeringen met een economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven geldt dat hiervoor gevormde voorzieningen in mindering moeten worden gebracht op het investeringsbedrag. De overige eisen zijn gelijk als genoemd bij de investeringen met een economisch nut. Het begrip “investeringen met een economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven” (zie artikel 35) is door de Commissie BBV geïntroduceerd in haar laatste besluit van 25 juni 2013. In artikel 62 is hiervoor het nieuwe lid 4 opgenomen dat verwijst naar de verplichte afboeking van de gevormde voorziening.

Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
Investeringen in materiële vaste activa in de openbare ruimte die uitsluitend een maatschappelijke functie vervullen zijn investeringen die geen middelen genereren, maar wel duidelijk een publieke taak vervullen. Voorbeelden hiervan zijn investeringen in water, wegen en pleinen. Deze investeringen moeten we met ingang van 2017 ook activeren en afschrijven, conform het vernieuwde BBV.
Dat betekent dat we voor dergelijke investeringen structurele dekking voor de kapitaallasten moeten opnemen. Dat kan eventueel via een onttrekking uit een reserve, waarbij de kapitaallasten gelijk oplopen met de onttrekking. Zie de nota waarderings- en afschrijvingsbeleid.

De afschrijvingstermijnen in de staat van activa 2019 zijn in overeenstemming met de “herziene nota waardering- en afschrijvingsbeleid 2019-2022", vastgesteld op 25 juni 2019.

Bedrijventerrein  Doejenburg II 'on hold'
Op advies van het speerpuntberaad Economie en Logistiek van de Regio Rivierenland van 8 oktober 2019 heeft het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland op 12 november 2019 besloten om de uitgifte-status van het on-hold gedeelte van Doejenburg II op groen te zetten. Het besluit van het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland is door alle betreffende gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in mei 2020 bekrachtigd bij de vaststelling van het nieuwe RPW 2019-2024. De gemeenteraad van de gemeente Buren heeft op 20 mei 2020 ingestemd met het RPW 2019-2024.

In 2017 was 6 ha. van Doejenburg II tijdelijk uit de markt genomen. De boekwaarde van deze grond is toen overgeboekt van voorraden naar materiële vaste activa. Het ging om een totaalbedrag van € 10,4 miljoen. Tegenover deze investering stond een voorziening van € 10,1 miljoen. Deze grond stond dus per saldo voor € 300.000,- (de agrarische waarde) op de balans.
Op grond van het AB besluit van de Regio Rivierenland van 12 november 2019 is in de jaarrekening 2019 de volledige 12 ha. van Doejenburg in exploitatie genomen. Het gevolg hiervan is dat de gronden met een waarde van € 10,4 miljoen in de balans onder de materiële vaste activa weer zijn opgenomen onder de rubriek onderhanden werk. De voorziening van € 10,1 miljoen is hierdoor vrijgevallen. Op basis van de nieuwe exploitatieberekening van Doejenburg II  is de voorziening voor toekomstige verliezen opgehoogd met € 3,1 miljoen.

ga terug