JAARSTUKKEN 2019

Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Voor het begrotingsjaar 2019 hebben we een aantal structurele of incidentele risicogroepen benoemd in het weerstandsvermogen. Hieronder vindt u de verwachte ontwikkeling en doorwerking in 2019.

1. Aansprakelijkheid
De gemeente voert veel taken uit en loopt daarbij risico's. Bij het uitvoeren van taken is de gemeente aansprakelijk voor een tijdige en correcte uitvoering. Inwoners en belanghebbenden kunnen de gemeente aansprakelijk stellen als de gemeente deze taken niet goed uitvoert. De wettelijke regelingen zoals de Wet Dwangsom, de Wet Nadeelcompensatie en Schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsbesluiten en het Burgerlijk Wetboek (onrechtmatige daad) zijn drie belangrijke grondslagen voor het aansprakelijk stellen van de gemeente.

Hoger risico door aanpassingen in het verzekeringsbeleid
In 2019 is door de organisatie een ander verzekeringsbeleid ingevoerd. Dit anders verzekeren is gebaseerd op het doelmatigheidsonderzoek wat hieraan vooraf ging. Vanuit het oogpunt van integraal risicomanagement, doelmatigheid en budgetoverwegingen zijn er andere keuzes gemaakt om wel of niet een bepaalde verzekering af te sluiten. Globaal houdt het in dat er minder verzekerd is waar het gaat om kleine risico's die de organisatie zelf kan opvangen binnen haar exploitatie. Hierdoor besparen we op de verzekeringspremies en is het risico op schade en de bijbehorende kosten is iets hoger. Voor dit extra risico nemen we een extra  risicobedrag mee in het weerstandsvermogen van € 110.000,-.

Hoger risico informatieveiligheid en beveiliging
Informatieveiligheid en beveiliging wordt steeds belangrijker en dit brengt grotere risico's dan voorheen met zich mee. De Algemene Verordening Gegevensbescherming schrijft vanaf 2018 een privacyfunctionaris voor. Bij verkeerd gebruik van persoonsgegevens moet een data-lek op grond van de Wet Datalekken gemeld worden. Daarnaast gelden er voorwaarden vanuit de BIG (Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten) waar risico’s aan vast zitten.

De aansprakelijkheidsrisico's worden beperkt door het beschrijven van de processen en daarin maatregelen op te nemen. Verder hebben we verzekeringen die de financiële consequenties van mogelijke gebreken in de uitvoering van een taak afdekken.
Bij grondexploitaties sluiten we overeenkomsten met de ontwikkelaars van gronden af om onder andere planschade af te dekken.

In 2019 is voor de financiële effecten van alle aansprakelijkheidsrisico's een bedrag van € 375.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en is de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 € 615.000.

2. Opvang bij rampen en calamiteiten
Landelijk is de Handreiking "Regionaal Risicoprofiel" opgesteld. De Wet op de Veiligheidsregio's verplicht de uitwerking van verschillende risicoprofielen. Dit profiel brengt de risico's van alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid duidelijk in kaart. De betreffende risico's voor onze gemeente blijven ten opzichte van voorgaande jaren ongeveer hetzelfde. Het gaat hierbij om risico's ten gevolge van rampen, calamiteiten, klimaatveranderingen en besmettelijke ziektes die de volksgezondheid bedreigen.
In 2019 is voor de financiële effecten van alle risico's voor opvang bij rampen en calamiteiten een bedrag van € 160.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 is € 185.000.

3. Verbonden partijen
Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie of de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. We benoemen in de paragraaf verbonden partijen van onze begroting een aantal risico's daarvoor. De deelnemende gemeenten delen de financiële gevolgen van de verbonden partijen.

De laatste jaren houden de verbonden partijen steeds vaker zelf een buffer aan om eventuele tegenvallers op te vangen. Via de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement reserveren ze in hun begroting geld voor eventuele tegenvallers. Ook houden ze  grotere algemene reserves aan. De kans dat ze een financieel beroep doen op de gemeenten is daarmee de afgelopen jaren kleiner geworden. Een uitzondering hierop is de weerstandscapaciteit van Avri. Deze is momenteel onvoldoende. Hiermee lopen wij als gemeente een risico omdat Avri bij een tekort aanspraak dient te maken op het weerstandsvermogen van de deelnemende gemeenten. Daarnaast kan hier opgemerkt worden dat nu niet inzichtelijk is welke risico's er spelen bij de invoering van de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging Bouw (WKB) in relatie tot de werkzaamheden van de ODR.

Het risico van de bestaande achtervangregeling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor leningen van corporaties is in de gemeente Buren nihil.

De verbonden partijen houden voor hun risico's ook weerstandsvermogen aan. In de onderstaande tabel is dit weergegeven:

Verbonden partijen

weerstandsvermogen
per 31-12-2018

weerstandsvermogen
per 31-12-2019

GGD Gelderland Zuid

0,514 mln.

0,786 mln.

Werkzaak Rivierenland

1,127 mln.

1,000 mln.

AVRI

1,464 mln.

0,924 mln.

Omgevingsdienst Rivierenland

0,348 mln.

0,603 mln.

Veiligheidsregio

3,683 mln.

2,835 mln.

Regio Rivierenland

0,474 mln.

1,062 mln.

Regionaal Archief Rivierenland

0,427 mln.

0,397 mln.

Totaal weerstandsvermogen verbonden partijen

8,037 mln.

7,706 mln.

Aangezien de verbonden partijen weerstandsreserves aanhouden, hoeven we zelf minder te reserveren voor de geïnventariseerde risico's van de verbonden partijen in ons eigen weerstandsvermogen. Echter, het (rest-)risico voor de gemeente schatten we gezien de risico-ontwikkelingen, de komende periode hoger in dan 2019.
In 2019 is voor de financiële effecten van alle risico's voor verbonden partijen een bedrag van € 140.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 is € 295.000.

4. Open-einde-regelingen (excl. Wmo / Jeugdwet)
Het gaat bij de openeinderegelingen met name om regelingen als de Participatiewet, Leerlingenvervoer, Wet Matschappelijke Ondersteuning (WMO) en Jeugdwet. De twee laatstgenoemde regelingen vallen onder de risico's van punt 5.

In de afgelopen jaren onderkenden we de risico's rond participatie, maar mede door het aantrekken van de economie is het risico verminderd en we weten niet hoe die zich de komende jaren gaat ontwikkelen. Wel blijft de zorg voor nieuwkomers een mogelijk budgettair risico.
Daarnaast kunnen hier de volgende risico-ontwikkelingen worden gemeld:

- Bij leerlingenvervoer is er een risico dat één of enkele complexe vervoersvragen voor een sterke kostenstijging kunnen zorgen;
- De effecten van de corona-crisis op de openeinderegelingen is begin 2020 nog onvoldoende duidelijk, zeker als het gaat om langdurigere effecten. Het Rijk heeft vooralsnog aangegeven dat extra beroep op openeinderegelingen wordt gecompenseerd.

In 2019 is voor de financiële effecten van alle risico's voor openeinderegelingen een bedrag van € 275.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 is € 275.000.

5. Openeinderegelingen Wmo en Jeugdwet
Op basis van de risico-inventarisatie moet er in de reserve weerstandsvermogen een bedrag worden opgenomen van minimaal € 440.000,- voor de WMO en Jeugdwet. Omdat we een aparte reserve deelfonds sociaal domein hebben, die in de komende jaren geheel leeg zal zijn, is er bij de jaarrekening 2018 alvast € 440.000,- onttrokken aan de Algemene Reserve en toegevoegd aan het weerstandvermogen.

In de loop van 2018 en 2019 zijn de financiële effecten van met name de jeugdzorg steeds duidelijker geworden. Om welke risico's gaat het voornamelijk bij Wmo/Jeugdwet:

- Open-einde-regelingen Wmo/Jeugdwet.
Het gaat dan om een risico op budgetoverschrijdingen door een toenemende zorgvraag. Het risico wordt gevormd doordat enkele samenlopende zware indicaties bij de jeugdzorg met een omvangrijke en kostbare hulpvraag of door een toename in de enkelvoudige indicaties.
- Invoering van het abonnementstarief Wmo.
Wettelijk geldt vanaf 1 januari 2019 een abonnementstarief van € 17,50 en is de gemeentelijke vaststelling van een eigen bijdrage vervallen. De directe budgettaire effecten zijn inmiddels verwerkt, maar mogelijk is er een drempelverlagend effect omdat de eigen bijdrage aanzienlijk lager is geworden. De verwachting is nu dat het effect gering zal zijn, maar een raming is nog niet te geven.

In 2019 is voor de financiële effecten van de risico's voor open-einde-regelingen Wmo en Jeugdwet een bedrag van € 440.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en de bijgestelde ontwikkeling voor 2020 is € 440.000.

6. Grondexploitaties
Bij het opstellen van de grondexploitaties worden de risico's voor dat specifieke project geschat en in de grondexploitatie meegenomen. Is een geraamd bedrag niet nodig omdat het risico zich niet voordoet, dan valt het bedrag vrij ten gunste van het resultaat van het plan. Daarnaast kunnen zich externe ontwikkelingen voordoen die niet project-specifiek zijn en buiten de invloed van de gemeente liggen. Dit zijn de algemene risico's waar de grondexploitatieberekeningen niet of ten dele in voorzien.

Risico's zijn:
- onverwachte en onvoorziene kostenstijging over de nog te maken kosten voor het bouw- en woonrijp maken van grond door de gemeente;
- Vertragingen in de verkopen hebben vervolgens hogere rentelasten tot gevolg;
- Verschuiving van de marktvraag naar een ander type woning of kavel voor een andere bestemming kan dit tot een lagere opbrengst leiden.

6a. vrijval van de voorziening voor bedrijventerrein Doejenburg
Het bedrag van € 750.000,- dat nu  is meegenomen in het weerstandsvermogen vanwege het risico en de vrijval van de voorziening voor de grondexploitatie bedrijventerrein Doejenburg, vervalt en vloeit terug naar het vrije gedeelte van de algemene reserve. In plaats hiervan stellen we voor om een aparte risicoreserve te vormen voor Doejenburg.

In 2019 is voor de financiële effecten van alle risico's voor grondexploitaties bij de primitieve begroting een bedrag van € 1.750.000,- gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 is € 1.000.000,-.

7. Maatschappelijke en veiligheidsrisico's
Als eigenaar zijn we verantwoordelijk voor het in stand houden van onze eigendommen. Bijvoorbeeld voor gebouwen, groenvoorzieningen, wegen en bruggen lopen we risico's door onduidelijkheid over de onderhoudsstatus of door incidentele tegenvallers zoals kapotgevroren wegen. Mocht er sprake zijn van gebrekkig of achterstallig onderhoud, dan wordt de gemeente aansprakelijk gesteld als daardoor (letsel-)schade ontstaat. Dit risico is niet verzekerbaar.

In 2019 is voor de financiële effecten van alle maatschappelijke en veiligheidsrisico's een bedrag van € 340.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 is 370.000.

8. Overige risico's
Het gaat hierbij om een verscheidenheid aan risico's van calamiteiten, stagnering economie, grondsanering, personeelsrisico's, klimaatveranderingen, vergrijzing, regels die wijzigen of anders geïnterpreteerd moeten worden zoals precario, openbare orde etc. Dergelijke risico's worden waarschijnlijker en vaak groter aangezien de samenleving hogere eisen stelt en complexer wordt.

Onder de overige risico's vallen ook risico's die het gevolg zijn van Europees, nationaal, provinciaal en regionaal beleid dat gemeenten verplichtingen oplegt. Dit zijn daarmee financieel budgettaire risico's. Voor de overige diverse risico's gaat het om een tiental benoemde risico's. De belangrijkste daarvan zijn voor calamiteiten en de ontwikkeling van de algemene uitkering.

In 2019 is voor de financiële effecten van de overige risico's een bedrag van € 295.000 gereserveerd. Op dit bedrag is in 2019 geen aanspraak gemaakt en en de bijgestelde ontwikkeling voor de begroting 2020 is € 230.000,-.

Samenvatting ontwikkelingen / totaalbeeld 2018-2020

Risico inventarisatie

Jaarrekening
 2018

Jaarrekening
 2019

Begroting
 2020

Bijgestelde
 ontwikkeling
 2020 n.a.v.
 jaarrekening
 2019

1. Aansprakelijkheid

275.000

375.000

335.000

615.000

2. Opvang bij rampen en calamiteiten

160.000

160.000

165.000

185.000

3. Verbonden partijen excl. WSW

140.000

140.000

110.000

295.000

4. Open einde regelingen excl. WMO/Jeugd

440.000

275.000

275.000

275.000

5. Open einde regelingen WMO/Jeugd

440.000

440.000

440.000

440.000

6.Grondexploitaties

1.000.000

1.000.000

1.000.000

1.000.000

6a. Grondexpl.:vrijval voorziening Doejenburg

0

0

750.000

0

7. Maatschappelijke risico's en veiligheid

250.000

340.000

405.000

370.000

8. Overige risico's

300.000

295.000

260.000

230.000

 2.750.000

2.585.000

3.740.000

3.410.000

Vrijval in 2019 en extra benodigd in 2020:

134.000

-330.000

Totaal

2.719.000

3.410.000

ga terug